Der ’neue‘ Van Bommel van Dam: Mehr als nur ein Museum

Venlo (VenloVanbinnen) / 22. September 2021 Am 5. September öffnete das Museum van Bommel van Dam nach fünfjähriger Schließung seine Pforten an einem neuen Standort, dem ehemaligen Postamt von Venlo am Keulsepoort. Bei einem ersten Treffen wurde deutlich, dass dort ein museales Umfeld geschaffen wurde, das mehr bietet als nur einen Spaziergang entlang der Kunstwerke.

Während dieser Einführung gibt es einen Text und Erläuterungen von Direktor Paulo Martina, Stadträtin Marij Pollux (Kultur und andere Angelegenheiten), Architektin Yvonne Segers von BiermanHenket und Mark Huson, Projektleiter im Namen der Gemeinde. Der Stadtrat sagt, er sei besonders stolz auf das Endergebnis. „Das monumentale Postamt, immerhin eine Ikone von Venlo, hat eine wunderbare neue Bestimmung erhalten. Es ist auch schön zu sehen, dass einer der anderen Aspekte meines Portfolios, die Nachhaltigkeit, bei der Renovierung viel Aufmerksamkeit erhalten hat.“

Mark Huson weist auf den besonderen Charakter des Gebäudes hin. „Es ist ein Komplex von Flügeln. Der Flügel an der Nassaustraat und das Hauptgebäude wurden vom leitenden Regierungsarchitekten Hoekstra entworfen. Der Flügel stammt aus dem Jahr 1934, das Hauptgebäude wurde zwischen 1939 und 1941 gebaut.“ Es stellte sich heraus, dass das Gebäude mehr Museumspotenzial hat als erwartet, sagt er. „Als Postamt war es mit mehreren Schichten abgehängter Decken vollgestopft. In Wirklichkeit handelt es sich aber um einen großen Raum ohne tragende Wände. Sogar der Keller war in alle möglichen Abstellkammern unterteilt, und der Dachboden war nicht einmal zugänglich. Das ist jetzt ein ganz besonderer Ort mit dem Kunstfenster und der noch intakten Dachkonstruktion.“

Yvonne Segers vom Architekturbüro BiermanHenket weist auf einige Besonderheiten hin, darunter das in das Dach integrierte Kunstfenster. „Das Museum van Bommel van Dam befindet sich jetzt in einem schönen Gebäude, das zusammen mit dem Limburgs Museum das Museumsviertel bildet. Wir haben uns dann auch die Umgebung angesehen und beschlossen, das Potenzial des angrenzenden Julianaparks zu nutzen. Das Museumsquartier befindet sich jetzt also im Museumspark“.

Der Haupteingang befindet sich jetzt auf der Parkseite – der ursprüngliche Haupteingang auf der Stadtseite ist übrigens erhalten geblieben. Der Haupteingang ist durch das Motiv der künstlerischen Hülle gekennzeichnet, das auch an anderen Stellen des Gebäudes zu sehen ist, wie z. B. im Kunstfenster (das vom Publikum inzwischen in Taucherbrille umbenannt wurde, Anm. d. Red.). Vom Haupteingang gibt es einen frei zugänglichen Weg durch das Gebäude zum Dachgeschoss mit dem Kunstfenster. Der Besucher kann die Stadt auch vom Haupteingang aus sehen. Segers: „Etwa ein Drittel des Van Bommel van Dam ist frei zugänglich, also ohne Eintrittskarte. Das Kunstfenster ist ein Blickfang, der die Menschen dazu bringen soll, das Gebäude zu betreten und zu diesem Ort zu gehen. Das Fenster unterstreicht auch die Verbindung, die das Museum mit seiner Umgebung, mit der Stadt, herstellen will.

Paulo Martina nickt zustimmend. „Wir wollen ein zugängliches Museum sein, das ausdrücklich die Verbindung mit der Stadt und der Region sucht. Das Dachgeschoss ist stark auf Bildung und Beteiligung ausgerichtet. Dort zeigen wir zum Beispiel die Vorstufen einer Ausstellung. Wie Yvonne angedeutet hat, können die Besucher ohne Eintrittskarte einen Teil des Gebäudes besichtigen. Die Gastronomie natürlich, aber auch der Dachboden und der Keller, wo sich das Depot befindet und teilweise sichtbar ist. Er lacht: „Dort können die Besucher auch den Gründern des Museums, Maarten und Reina van Bommel van Dam, einen Besuch abstatten. Sie sitzen dort in ihrem eigenen Zimmer, zwischen ihren eigenen Möbeln“.

Über die Suche nach Verbindungen mit der Stadt und der Region sagt er Folgendes: „Wir haben die innerstädtischen Unternehmer bereits in den Vorbereitungsprozess zur Eröffnung einbezogen. Wir werden dies auch weiterhin tun. Zum Beispiel, indem man in Schaufenstern leerstehender Gebäude auf neue Ausstellungen aufmerksam macht. Wir wollen auch eine Plattform sein, die Künstler und Unternehmer, auch aus den Gewerbegebieten, miteinander in Kontakt bringt. Und wir haben das Projekt ‚Neue Ansichten‘, mit dem wir mit Hilfe von ‚grünen‘ Künstlern Orte in der Region bepflanzen werden, die begrünt werden müssen.“ Zum Schluss noch ein Tipp für die Unternehmer der Innenstadt: „Nächstes Jahr haben wir eine Ausstellung des surrealistischen Künstlers Melle. Wir wollen das Stadtzentrum von Venlo daran teilhaben lassen. Wie, das verrate ich noch nicht“, schließt er mit einem geheimnisvollen Lächeln ab.

Denn zunächst gibt es die beiden Eröffnungsausstellungen. Es handelt sich um ‚Earth Alchemy – 15 Years of Digging‘ der Künstler Nadine Sterk (1977, Gorinchem) und Lonny van Ryswyck (1978, Tegelen). Ihre Ausstellung zeigt das grundlegende Wissen über die Herstellung und die Verbindung zwischen den Rohstoffen, ihrer Herkunft und dem, was mit ihnen möglich ist, auf eine sehr einfache Weise. So entstehen besondere Objekte: von Glasgeschirr bis zu Fliesenbildern, von Bänken aus heimischen Bäumen bis zu Farben aus Erde aus dem Garten.

Darüber hinaus feiert van Bommel van Dam mit der Ausstellung 50 Jahre Museum van Bommel van Dam“, dass das Museum im Oktober vor fünf Jahrzehnten eröffnet wurde. Sie wird einen Querschnitt durch die Sammlung des Museums zeigen, in dem jedes der letzten fünf Jahrzehnte vertreten ist. Zu sehen sind Werke von national und international bekannten Künstlern wie Armando, Ger Lataster, Shinkichi Tajiri, Erwin Olaf, Hokusai und Robert Rauschenberg.

Nach fünf Jahren ist es also wieder möglich: der Besuch von Ausstellungen im Museum van Bommel van Dam. Doch wie die obigen Ausführungen zeigen, gibt es in dem erneuerten Museum noch viel mehr zu entdecken. Damit ist der ’neue‘ van Bommel van Dam mehr als nur ein Museum.

Venlo (VenloVanbinnen) Op 5 september opende na een sluitingsperiode van vijf jaar museum van Bommel van Dam haar deuren op een nieuwe locatie, het voormalige Venlose postkantoor aan de Keulsepoort. Tijdens een eerste kennismaking blijkt dat daar een museumomgeving is gerealiseerd die meer biedt dan een wandeling langs kunstwerken.

Tijdens die kennismaking is er tekst en uitleg van directeur Paulo Martina, wethouder Marij Pollux (o.a. Cultuur), architecte Yvonne Segers van BiermanHenket en Mark Huson, projectleider namens de gemeente. De wethouder geeft aan bijzonder trots te zijn op het eindresultaat. “Het monumentale postkantoor, toch een icoon van Venlo, heeft een prachtige nieuwe bestemming gekregen. Mooi is ook dat er voor een van de andere onderdelen van mijn portefeuille, duurzaamheid, veel aandacht was bij de verbouwing.”

Mark Huson wijst op het bijzondere karakter van het gebouw. “Het is een complex van vleugels. De vleugel aan de Nassaustraat en het hoofdgebouw werden ontworpen door Rijksbouwmeester Hoekstra. De vleugel stamt uit 1934, het hoofdgebouw werd tussen 1939 en 1941 gerealiseerd.” Het gebouw bleek meer museumpotentie te hebben dan verwacht, geeft hij aan. “Als postkantoor was het volgepropt onder meer met diverse lagen systeemplafonds. Maar feitelijk is het een grote ruimte zonder dragende wanden. Ook de kelder was onderverdeeld in allerlei hokjes en de zolder was niet eens ontsloten. Dat is nu een heel bijzondere plek met het kunstvenster en de nog intacte kapconstructie.”

Yvonne Segers van architectenbureau BiermanHenket wijst op enkele specifieke kenmerken, waaronder het kunstvenster dat in het dak is verwerkt. “Museum van Bommel van Dam is nu gevestigd in een prachtig gebouw dat samen met het Limburgs Museum het museumkwartier vormt. We zijn vervolgens ook naar de omgeving gaan kijken waarna werd besloten de potentie van het aangrenzende Julianapark te benutten. Zo ligt het museumkwartier nu in het museumpark.”

Aan de parkkant is nu de hoofdentree – de oorspronkelijke hoofdentree aan de stadskant is overigens intact gebleven. Kenmerkend voor de hoofdentree is het kunstige enveloppenmotief dat ook elders in het gebouw terug te zien is, zoals bij het kunstvenster (dat door het publiek inmiddels is omgedoopt tot Duikbril, red.). Vanuit die hoofdentree is een, vrij toegankelijke, route door het gebouw naar de zolder met dat kunstvenster. De bezoeker ziet vanuit de hoofdentree eveneens de stad liggen. Segers: “Van Bommel van Dam is voor ongeveer een derde vrij toegankelijk, dus zonder kaartje. Het kunstvenster is een blikvanger, bedoeld om mensen te triggeren het gebouw in te gaan en naar die plek toe te lopen. Daarnaast benadrukt het venster de connectie die het museum met de omgeving, met de stad wil leggen.”

Paulo Martina knikt bevestigend. “We willen een laagdrempelig museum zijn dat nadrukkelijk de verbinding zoekt met stad en regio. De zolder is sterk gericht op educatie en participatie. Daar laten we bijvoorbeeld het voortraject van een tentoonstelling zien. Zoals Yvonne al aangaf kunnen mensen zonder kaartje naar binnen en een deel van het gebouw bezoeken. De horeca natuurlijk, maar eveneens de zolder en de kelder waar het depot zich bevindt en dat deels zichtbaar is.” Hij lacht: “Daar kunnen de bezoekers ook even langs gaan bij de oprichters van het museum, Maarten en Reina van Bommel van Dam. Die zitten er in hun eigen kamer, tussen hun eigen meubels.”

Over de verbinding zoeken met stad en regio vertelt hij het volgende: “We hebben nu al de binnenstadondernemers bij het voortraject richting opening betrokken. Dat blijven we doen. Bijvoorbeeld door in etalages van leegstaande panden aandacht op nieuwe tentoonstellingen te vestigen. We willen verder een platform zijn dat kunstenaars met ondernemers, ook van de bedrijventerreinen, in contact met elkaar brengt. En we hebben het project ‘Nieuwe uitzichten, waarmee we in de regio plekken waar vergroening nodig is met behulp van ‘groene’ kunstenaars gaan invullen.” Tot slot nog een hint voor de binnenstadondernemers: “Volgend jaar hebben we een tentoonstelling van de surrealistische kunstenaar Melle. Daar willen we de Venlose binnenstad bij gaan betrekken. Hoe, dat vertel ik nog niet”, besluit hij met een mysterieuze glimlach.

Want eerst zijn er de twee openingstentoonstellingen. Dat zijn ‘Earth Alchemy – 15 Years of Digging’ van de kunstenaars Nadine Sterk (1977, Gorinchem) en Lonny van Ryswyck (1978, Tegelen). Hun expositie toont de fundamentele kennis van het maken en de link tussen grondstoffen, hun oorsprong en wat er zoal mee mogelijk is op een heel basale manier. Dat levert bijzondere objecten op: van glazen serviezen tot tegeltableaus, van banken gemaakt van lokale bomen tot verf gemaakt van aarde uit de achtertuin.

Daarnaast viert van Bommel van Dam het feit dat het in oktober vijf decennia geleden is dat het museum werd geopend met de tentoonstelling ‘50 jaar museum van Bommel van Dam’. Die toont een dwarsdoorsnede van de collectie van het museum waarbij elk van de vijf afgelopen decennia vertegenwoordigd is. Te zien zijn werken van nationaal en internationaal bekende kunstenaars zoals Armando, Ger Lataster, Shinkichi Tajiri, Erwin Olaf, Hokusai en Robert Rauschenberg.

Na vijf jaar kan het dus weer: tentoonstellingen bezoeken in museum van Bommel van Dam. Maar zoals uit bovenstaand blijkt gebeurt er in het vernieuwde museum veel meer. Dat maakt het ‘nieuwe’ van Bommel van Dam meer dan zomaar een museum.